Dit heb je nodig voor 2 à 3 porties:
- 1 venkel
- 2 teentjes look
- 1 middelgrote ui
- 1 glas droge witte wijn
- 1 onbehandelde citroen
- 200g risottorijst
- +/- 750ml groentebouillon
- Olijfolie
- Gedroogde chilipeper
- 2 klontjes boter
- 2 el geraspte Parmigiano
- 2 el geraspte Pecorino Romano
Zo maak je het:
Hak 1 teentje look fijn en snijd de venkel in plakjes. Zet een stoofpot op een hoog vuur met een flinke scheut olijfolie. Als de olie heet is, stoof je eerst de look glazig en voeg je daarna de venkelplakjes toe. Stoof even, kruid met peper en zout en zet dat het vuur lager. Plaats een deksel op de pot en laat 15-20 minuutjes zacht worden.
Dan is het tijd voor de risotto zelf. Breng je bouillon aan de kook en houd warm. In een andere stoofpot doe je opnieuw een flinke scheut olijfolie met eventueel een klontje boter. Stoof hierin de fijngehakte ui en het andere teentje look. Stoof dit 10-15 minuten op een niet al te hoog vuur, de ui en look mogen niet bruin worden! Als ze wat zachter zijn, voeg je de rijst toe en blijf goed roeren. Als de rijst mooi glazig is geworden, voeg je een glas witte toe en blijf roeren. Als de rijst de wijn helemaal geabsorbeerd heeft, voeg je een eerste lepel bouillon toe en een snuifje zout (afhankelijk van hoe zout je bouillon is!). Zorg ervoor dat het vuur niet te hoog staat. Telkens wanneer de bouillon is opgenomen door de rijst, voeg je pas een nieuwe lepel toe. Roer af en toe. Na een kleine 10 minuten, voeg je de intussen zacht geworden venkel bij de risotto. Blijf daarna bouillon, lepel per lepel, toevoegen tot de rijst perfect gaar is.
Neem dan je stoofpot van het vuur, voeg de geraspte kazen, een klontje boter en zeste + deel van het sap van de citroen toe en meng goed. Serveer in borden en werk af met wat fijngestampte chilipeper of chilivlokken en eventueel extra parmezaan.